Dienstverlening

“Knowledge is of no value, unless you put it into practice”
- Anton Chekhov

Taal en Leren

 

Vraag & antwoord

Heb jij een vraag voor de expertisecel Taal en Leren? Mail naar heleen.leysen@thomasmore.be. Zij geeft je vraag door aan de juiste expert. 

Het is zeker zinvol in te zetten op voorlezen bij jonge kinderen met taalproblemen. Voorlezen heeft een positief effect op de woordenschat maar ook op het luister- en (latere) leesbegrip. Dit geldt zowel voor eentalige kinderen als voor kinderen die thuis een andere taal spreken.

De manier waarop je voorleest, is bepalend voor het succes. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk de voorkennis bij het kind te activeren en in te zetten op taaldenkgesprekjes voor, tijdens en na het lezen.

 

Voor het voorlezen

Het begint al bij de keuze van het boek. Kies voor een uitdagende verhaallijn met een plot en illustraties die het kind aanspreken. Je kan de betrokkenheid van het kind al meteen verhogen door te starten met een luistervraag, op basis van de kaft van het boek of de titel. Bij het boekje “Kikker en een heel bijzondere dag”, kan je het kind vragen wat een bijzondere dag kan zijn.

 

Tijdens het voorlezen

Actief in gesprek gaan met het kind tijdens het voorlezen is belangrijk. De inhoud van je prentenboek komt pas echt tot leven als er interactie over ontstaat. Je kan vragen stellen, maar in hardop denkend voordoen schuilt ook een enorme kracht. Na de zin “Rat kwam aan met een rugzak vol boodschappen” kan je bijvoorbeeld vragen waarom Rat boodschappen heeft gedaan of je kan hardop denken ‘Ik vraag me af of Rat de boodschappen voor Kikker heeft gekocht.’. Je kan het kind ook zelf laten nadenken over hoe het verhaal verder zou gaan: ‘Wat zou Rat nu doen? Laten we vlug verder luisteren!’. Je kan het kind ook laten vertellen over eigen ervaringen: ‘Ben jij al eens verdrietig geweest? Waarom was dat?’. En je kan de betekenis van woorden, zoals ‘verdrietig’, ook ondersteunen aan de hand van de illustraties in het boekje: ‘Kikker is verdrietig, hoe zie je dat?’. Of je kan de emotie zelf uitbeelden en het kind uitnodigen dat ook te doen. Grijp tijdens het voorlezen ook alle kansen aan om het betekenisnetwerk van het kind uit te breiden. Bij het lezen van “Het was dus een verrassing voor Kikker” kan je het kind vragen op welke manier je nog iemand kan verrassen. 

 

Na het voorlezen

Aan het einde van het verhaal kan je terugkomen op de luistervraag die je aan het begin stelde. Of je laat het kind het verhaal navertellen, zo kan het woorden en zinnen die in het verhaal aan bod kwamen zelf gebruiken. 

In overleg met de ouders kan je het boekje meegeven naar huis en vragen dat het kind het verhaaltje thuis ‘voor’leest.

 

Wil je meer weten over hoe je voorlezen zinvol inzet binnen je therapie? Neem dan een kijkje in de Praktijkgidsen Taaltrajecten (p. 38-39) en Les in Lezen (fiches 2, 4 en 6).

Hardnekkige problemen bij rekenen

Het omkeren van getallen is een hardnekkig symptoom dat opduikt bij rekenproblemen. Het heeft te maken met de werkrichting.
Kinderen bouwen een getalbeeld op met als basis de werkrichting die ze gewoon zijn van lezen en spellen. Ze passen deze werkrichting toe bij getallen en schrijven de cijfers neer in de volgorde waarin ze ze horen. Bij tweeëndertig hoor je 2 en dan 3, dus schrijven kinderen 23. Dit probleem is typisch voor het Nederlands en zien we bijvoorbeeld niet in het Engels (thirty-two wordt 3 en 2 en dus 32). Sommige kinderen kunnen dit ondervangen door eerst de eenheden op te schrijven en dan de tientallen. Zij schrijven dan van rechts naar links bij getallen tot 99. Anderen blijven te sterk hangen in de auditieve koppeling en schrijven zoals geleerd van links naar rechts met een omkering als gevolg.
Een andere verklaring voor het omkeren van getallen is een instabiele werkrichting. Deze kinderen hebben geen inwendig referentiepunt opgebouwd en starten soms links en soms rechts bij het lezen en bij het tellen. Hierdoor maken ze fouten als ze getallen schrijven en lezen. 
 

Acht tips om het omkeren van getallen te verhelpen
  1. Laat het kind de eenheden kleuren in geel en de tientallen in groen zoals het MAB-materiaal. Dat helpt om vanuit getalinzicht en betekenistoekenning de getallen juist te lezen. 
  2. Schrijf de E van 'eenheden' en T van 'tientallen' boven de juiste cijfers in het getal om de betekenistoekenning te ondersteunen. 
  3. Geef het kind een tabel met de getalstructuur HTE om het getal in te schrijven zodat er weer een koppeling is met de betekenistoekenning.
  4. Kleur de eenheden of zet er een ander visueel herkenningspunt bij zodat het kind ziet dat ze bij de eenheden moet starten met lezen.
  5. Benadruk bij het verwoorden van het getal het deel -tig (bv. twintig, dertig) zodat het kind goed weet welk cijfer de tientallen aangeeft.
  6. Kinderen links een armbandje laten dragen, kan helpen om een correcte, stabiele werkrichting te ontwikkelen.
  7. Laat een beweging (van rechts naar links) uitvoeren met handen en hoofd bij het verwoorden van de getallen tot 99. Beweging helpt het inprenten van posities.
  8. Laat het kind de uitkomst van een bewerking eerst opschrijven en pas daarna lezen. Dat is vaak makkelijker dan het getal uit het geheugen te laten formuleren.

 

Postgraduaten, symposia, cursussen en studiedagen

Wij bieden een open aanbod van vormingen.


Vormingen in de kijker:

 

Vormingen op maat

Medewerkers van de expertisecel Taal en leren bieden ook vormingen op maat van jouw organisatie aan.

Wil je een vorming over preventie van leesproblemen of over de rol van executieve functies bij het leren lezen? Ben je benieuwd hoe je een taalstoornis op een onderbouwde manier kan diagnosticeren bij meertalige kinderen? Of wil je meer inzicht in effectieve begeleiding van meertalige kinderen op school of in de logopedische praktijk? De experten van Taal en leren delen graag hun kennis met jou.

Heb je interesse in een vorming op maat of wil je meer weten over ons aanbod?
Neem contact op met dorien.vandenborre@thomasmore.be, coördinator Onderzoek en Dienstverlening.