Persaandacht leerachterstand en covid

In de pers verschenen op 1 februari enkele berichten over logopedie voor kinderen met een leerachterstand door covid. Hier lees je ons standpunt.

Wachtlijsten pieken

Wie logopedische begeleiding zoekt, komt vaak op een lange wachtlijst. Momenteel ervaren logopedisten een bijkomende piek in het aantal aanmeldingen. Een deel van deze nieuwe aanmeldingen is wellicht te wijten aan uitgestelde zorg tijdens de lockdown. Mensen hebben het inroepen van logopedische hulp mogelijk op de lange baan geschoven. Daarnaast kan een deel ook verklaard worden door het onregelmatig didactisch aanbod (o.a. tijdelijke sluiting scholen en online lessen met beperkingen) waardoor sommige kinderen een leerachterstand opliepen.

Differentiaaldiagnostiek door logopedisten is essentieel

Kinderen die een leerachterstand opliepen door onvoldoende instructie zijn gebaat bij extra ondersteuning en zorg op school. Deze kinderen hebben geen logopedische begeleiding nodig. Kinderen met een onderliggende leerstoornis daarentegen, hebben wel nood aan directe therapie.

Voor de ouders en de school is het, zeker onder de huidige omstandigheden, niet evident om in te schatten tot welke groep het kind behoort. En net daar kan de logopedist zijn maatschappelijke rol vervullen. Logopedisten zijn immers opgeleid om leerstoornissen via een goede differentiaaldiagnostiek te identificeren.

Elk kind op de wachtlijst verdient dan ook een logopedisch onderzoek. Zeker in de eerste jaren van het lager onderwijs waar de basis voor de lees-, spel- en rekenvaardigheden wordt gelegd, is een correcte probleemsituering belangrijk.

Hardnekkigheid

Bij sommige kinderen volstaat een eenmalig onderzoek niet om de diagnose leerstoornis met zekerheid te stellen. Er moet immers ook voldaan zijn aan het criterium van hardnekkigheid waar ook de DSM-5 op steunt: de persisterende aanwezigheid van symptomen gedurende minstens 6 maanden ondanks interventie (Prodia). In veel gevallen kan de diagnose dus pas gesteld worden na een paar maanden therapie. Als na dat half jaar interventie blijkt dat de achterstand wordt ingehaald, is er geen sprake van een leerstoornis. Logopedische therapie is niet langer nodig, extra zorg op school volstaat in dat geval.

Wat kan je als logopedist doen?

  • Voer sterke differentiaaldiagnostiek uit. Wees kritisch en zet therapie stop als kinderen geen hardnekkige leerstoornis hebben.
  • Houd een goed contact met de school:
    • Adviseer leerkrachten en andere zorgverleners binnen de school over hoe ze extra zorg kunnen bieden aan kinderen die daar nood aan hebben. Ook als je geen directe therapie geeft, kan je deze kinderen indirect helpen.
    • Maak leerkrachten alert voor risicosignalen. Gebruik voor kleuters bijvoorbeeld de signalen en tips op Fit voor Lezen.