Dienstverlening

“Knowledge is of no value, unless you put it into practice”
- Anton Chekhov

Stem en Spraak

Vraag & antwoord

Heb jij een vraag voor de expertisecel Stem en Spraak? Mail naar annelies.labaere@thomasmore.be. Zij geeft je vraag door aan de juiste expert. 

Oorzaak en gevolg  

Bij openmondgedrag ademt het kind niet door de neus maar door de mond. Hierdoor kan de mond uitdrogen, waardoor het kind minder zal slikken. De mondspieren dreigen te verslappen. Bovendien wordt de buis van Eustachius, die de neus met het oor verbindt, minder geopend. Te weinig verse lucht in het binnenoor kan zorgen voor oorontstekingen en verkoudheden.  

Vaak ligt de tong ook laag in de mond waardoor niet alleen minder maar ook verkeerd geslikt wordt. Het kind duwt met de tong tegen de tanden, met afwijkingen van het gebit en articulatieproblemen als gevolg. 

Het openmondgedrag kan veroorzaakt worden door een verstopping van de neus zoals een verkoudheid, maar ook een scheef neustussenschot of vergrote neusamandel. Laat dus eerst door een arts onderzoeken of er een anatomische oorzaak is voor de open mond. Is die er niet, dan is het aan te raden om het mondademen af te leren. 

 

Behandeling  

Na logopedisch onderzoek naar de oorzaak van het openmondgedrag, kan therapie gestart worden. De logopedist oefent met het kind op het versterken van de spieren in de mond, o.a. van de tong en lippen. Vaak gebruikt de logopedist hier mondspelletjes voor zoals bellenblazen of zuigen door een rietje. Ook wordt ademhaling via de neus gestimuleerd door de lippen actief op elkaar te klemmen tijdens een activiteit zoals tv-kijken, gezelschapspelletjes of voorlezen. Tot slot worden ook de tongpositie in rust en de correcte slikbeweging getraind.

 

Baby's

Het advies is om vroeg therapie op te starten zodat de gevolgen van het openmondgedrag vermeden worden. Verkoudheden en oorontstekingen kunnen immers ook de spraak- en taalontwikkeling beïnvloeden. 

Maar met een baby kan je de eerder beschreven oefeningen uiteraard niet doen. We geven daarom volgende tips mee voor ouders: 

  • Bied de juiste voeding aan. Mix het eten niet volledig, maar geef vaste voeding met brokjes. Vanaf 1 jaar kan je kind stukjes fruit eten in plaats van of naast fruitpap. 
  • Rond 8 maanden kan je je kindje laten drinken uit een open beker, daarmee stimuleer je de mondspieren. 
  • Stimuleer passieve mondsluiting. Bij kleine baby’s kan je de kin zachtjes omhoogduwen als ze slapen, bij oudere baby’s duw je de lippen zachtjes op elkaar.  
  • Volg het gedrag goed op en laat je kind op oudere leeftijd eventueel verder onderzoeken.
Vorm  

Er is geen belangrijke wetenschappelijk evidentie dat bij kortdurend en verstandig gebruik de vorm van een fopspeen een wezenlijke invloed zou hebben op de vorm van het gebit, de vorm van het verhemelte of de spraak- en taalontwikkeling bij kinderen.  

 

Duur  

De vorm van de fopspeen is ondergeschikt aan de duur van het fopspeengebruik. Intensief en langdurig fopspeengebruik heeft een negatieve impact op de ontwikkeling van tong-, lip- en kauwspieren. Dit beïnvloedt op zijn beurt de gebitsontwikkeling en de spraak- en taalontwikkeling negatief. Ook als het gebruik van een fopspeen stopt vóór de tandwisselfase of vóór de taalontwikkeling op volle vaart is, kan dit een negatieve invloed hebben op de verdere ontwikkeling door de verslapping van de mondmotorische spieren. Hoe sneller het fopspeengebruik stopt, hoe sneller en beter het spierevenwicht zich kan herstellen. 

 

Materiaal  

Ook het materiaal waaruit de fopspeen bestaat, speelt een rol. Hoe harder het materiaal, hoe meer impact dit heeft op de vorm van het gebit en het verhemelte. Rubberen of siliconen fopspenen zijn flexibel en daarom beter dan fopspenen met een gevuld, massief zuiggedeelte. 

 

Leeftijd  

Zorg tenslotte ook voor een fopspeen aangepast aan de leeftijd van de baby. Dit staat meestal duidelijk op de verpakking aangegeven. 

 

Tips voor een kortdurend en verstandig gebruik van fopspenen: 
  • Niet elke baby heeft een fopspeen nodig.  
  • Kies ervoor om een fopspeen alleen de eerste maanden te gebruiken. Doe dat alleen bij het inslapen of wanneer de baby erg veel behoefte heeft aan veiligheid en geborgenheid, wat gepaard gaat met een sterke zuigreflex. Gebruik de fopspeen niet als susmiddeltje. 
  • Je kan een fopspeen inzetten om duim- en vingerzuigen op jonge leeftijd tegen te gaan. De impact van duimzuigen is immers groter dan die van een fopspeen en afleren van het gedrag is moeilijker. 
COVID-19

De logopedische gevolgen van COVID-19 zijn uiteenlopend en nog volop onderwerp van onderzoek. Een studie van de NVLF in samenwerking met verschillende universitaire centra in Nederland toont aan dat ongeveer de helft van alle opgenomen COVID-19 patiënten logopedische klachten rapporteert (Kalf, Adbegovic & Brink, 2021). Stemklachten in de ruime zin worden het vaakst gemeld. Langdurige intubatie speelt hierbij zeker een rol. Maar ook patiënten met een minder ernstig ziekteverloop blijken achteraf persisterende logopedische klachten te hebben, waaronder:

  • Verminderde stemmogelijkheden (kwaliteit, luidheid, toonhoogte, uithouding)
  • Stem- en algemene vermoeidheid
  • Klachten van laryngeaal discomfort (spanning, irritatie, pijn,..), soms met chronische hoest als gevolg
  • Klachten gerelateerd aan (spreek)ademhaling
  • Slikklachten

 

Multidisciplinair

Bij de behandeling is het belangrijk om de symptomen in het licht van het totale ziekte- en revalidatieproces te zien. Multidisciplinair overleg is hierbij noodzakelijk.  De klachten van de patiënt moeten nauwkeurig in kaart gebracht worden, waarna oefeningen gericht en doordacht moeten worden toegepast.

 

Behandeling

Bijzondere aandacht is nodig voor (over)compensatie. Veel patiënten vertonen een verhoogde spierspanning (tonus) die de normale adem-, stem- en slikfunctie belemmert. Via ontspanning, manuele therapie, proprioceptieve of sensorische oefeningen en oefeningen voor lage adem kan de tonus verlaagd worden en de verstoorde functie hersteld. Daarnaast zijn stemhygiënische maatregelen nodig voor het herstel van het laryngeaal comfort.

 

Mentaal welzijn

Ook mag de impact van een zwaar ziekteverloop op het mentaal welzijn van de patiënt niet worden onderschat. De beperkingen in vergelijking met de situatie voordien en het trage herstelverloop zijn soms moeilijk te accepteren. Via counseling kan de patiënt hierbij geholpen worden.

Klachten bij telewerk

De klachten die regelmatig gerapporteerd worden bij telewerk zijn heesheid, stemvermoeidheid, pijn in de keel en last in de nek- en schoudergordel. 

Er kunnen verschillende redenen zijn voor het ontstaan van deze klachten bij telewerk. We denken aan een onaangepaste (spreek)houding, de neiging om luider te praten, verhoogde stress en focus, en veel praten door herhaaldelijke instructie.

 

Met deze 10 tips houd je het gezond
  1. Gebruik een headset en optimaliseer de geluidsinstellingen op je pc. Vraag ook aan je patiënt om een headset te gebruiken. Op die manier kan je je normale (optimale) spreekluidheid en spreektoonhoogte aanhouden.
     
  2. Zorg ervoor dat je recht voor je scherm zit of staat. Pas hiervoor ofwel je zithoogte aan, of zet je scherm hoger. Zo kan je met een actieve, rechte houding voor je scherm zitten of staan. Wanneer je jezelf in beeld brengt tijdens de therapie kan je je eigen houding regelmatig controleren. 
     
  3. Geef ook eens rechtstaand therapie. Zoek een plek waar je je laptop op ooghoogte kan zetten terwijl je rechtstaat. Afwisseling van houding helpt.
     
  4. Breng je patiënt centraal en groot in beeld. Op die manier zal je minder de neiging hebben om naar het scherm toe te buigen.
     
  5. Las tussen de verschillende therapieën bewegingsmomenten in en stretch af en toe de nek- en schoudergordel.
     
  6. Spreek ook iets trager dan normaal, dat brengt rust in je manier van stemgeven en verhoogt de spraakverstaanbaarheid.
     
  7. Warm je stem op bij het begin van je spreekmomenten en las voldoende pauzes in. Neem dan ook echt stemrust. Ook geeuwen en zuchten geven je stem rust.
     
  8. Vergeet niet om steeds water bij de hand te houden en drink voldoende, ook tijdens de therapieën.
     
  9. Verlucht de ruimte waarin je werkt.
     
  10. Denk eraan dat telelogopedie, zeker in het begin, veel van je vraagt. Plan je dagen niet te vol en neem je tijd om je vertrouwd te maken met deze manier van werken. Wissel telelogopedie nu bijvoorbeeld ook af met de contactmomenten in de praktijk. 


Postgraduaten, symposia, cursussen en studiedagen

Wij bieden een open aanbod van vormingen.

Vormingen in de kijker:

 

Vormingen op maat

Medewerkers van de expertisecel Stem en spraak bieden ook vormingen op maat van jouw organisatie aan. 

Wil je jouw team trainen in het perceptueel beoordelen van stemmen volgens de GRBAS-schaal? Heb je vragen over stempreventie of wil je een workshop voor professionele stemgebruikers over uitspraak, prosodie of presentatievaardigheden? Neem dan zeker contact op met de experten van Stem en spraak.

Heb je interesse in een vorming op maat of wil je meer weten over ons aanbod?
Neem contact op met dorien.vandenborre@thomasmore.be, coördinator Onderzoek en Dienstverlening.