Gratis downloads

“Sharing will enrich everyone with more knowledge.” 
- Ana Monnar

Stem en Spraak

Publicaties

Hier vind je de meest recente publicatielijst van de expertisecel Stem en Spraak.

Dom, A. (2021). Dubbing: Een verhaal apart. In: Timmermans, B. Klink Klaar. Uitspraak- en intonatiegids voor het Nederlands. Davidsfonds.

Gits, S., & Labaere, A. (2019). Verkennend onderzoek naar thuisopdrachten binnen stemtherapie. Logopedie, 32(3), 35-50.

Van Kerckhove, E., & Poelman, T. (2017). Logopedie en kinesitherapie bij volwassenen met chronische idiopathische hoest: zinvol? Minerva, 16(6), 142-145.

Labaere, A., Castro, E. & Flamang, N. (2013). Reukrevalidatie na een totale laryngectomie. Logopedie 26(1), 17-25.

Labaere, A., Den Hondt, S. & Vander Poorten, V. (2011). Evaluatie van een intrastomaal bevestigingssysteem voor stomafilters bij personen met een totale laryngectomie. Logopedie 24(3), 46-53.

Labaere, A. & Laeremans, M. (2009). Spraakrevalidatie na een totale laryngectomie: Een werkboek voor logopedisten. Acco.

Smits, I., Ceuppens, P. & De Bodt, M. (2005). A comparative study of acoustic voice measurements by means of Dr. Speech and computerized speech lab. Journal of Voice, 19(2), 187- 196. doi.org/10.1016/j.voice.2004.03.004

Labaere, A., Vanderwegen, J. & Debruyne, F. (2004). Tracheo-oesofagale spraak met manuele versus automatische stoma-occlusie: Een vergelijkende studie. Tijdschrift voor Logopedie en Audiologie, 35(4), 114-121.

 

Bachelorproeven

Hier vind je de bachelorproeven met een score van 16 of meer van de expertisecel Stem en Spraak.

2020-2021

promotoren: M. Van Dessel, J. Van Dessel

 

Rationale

Omdat de wereld vergrijst en steeds meer ouderen naar een rusthuis verhuizen, is het belangrijk te weten welke factoren een invloed hebben op de algemene dagelijkse levensverrichtingen van ouderen, aangezien deze een indicator zijn voor het al dan niet verhuizen naar een rusthuis. In dit onderzoek werd de invloed van spraak op de algemene dagelijkse levensverrichtingen bij ouderen nagegaan, alsook de relatie van spraak met nutritionele status, cognitie en orale status.

Methodiek

Voor deze systematische review werd een uitgebreide elektronische zoekactie gevoerd in de databanken PubMed, Embase, Web of Science Core Collection en CINAHL (via EBSCO) voor het identificeren van artikels die gepubliceerd waren tot december 2020. Deze artikels werden driedubbel gescreend in het softwareprogramma Rayyan QCRI op geschiktheid in overeenstemming met de Preffered Reporting of Systematic Reviews and Meta-Analyses guidelines. 

Resultaten

Van de 2.261 studies die bij de zoekactie werden gevonden, waren er acht die voldeden aan de vooropgestelde criteria. In totaal werd de invloed op de algemene dagelijkse levensverrichtingen van 6.197 ouderen nagegaan. Factoren zoals cognitie, nutritionele status en orale status werden geïdentificeerd als directe invloeden op spraak. Spraak, nutritionele status en orale status kenden ook een verband met de algemene dagelijkse levensverrichtingen.

Conclusie

Logopedisten kunnen via de spraak indirect bijdragen aan het verlagen van de druk op rusthuizen en aan het langer zelfstandig blijven van ouderen. Nader onderzoek naar de invloed van spraak op de algemene dagelijkse levensverrichtingen bij ouderen blijft echter noodzakelijk om dit te bevestigen. 

promotoren: A. Dom, A. Labaere

 

Rationale

Dit onderzoek ging de optimale duurtijd van een traditionele (melodische) stemopwarming na bij Vlaamse ongetrainde zangers uit popkoren, die wekelijks zingen.  

Methodiek

Er werd een kwantitatief observationeel onderzoek uitgevoerd, waaraan 16 Vlaamse zangers uit popkoren deelnamen. Tijdens twee onderzoeksmomenten vulden alle zangers een vragenlijst in en werd hun toonhoogtebereik nagegaan voor en na de gegeven opwarming. Deze opwarming bestond uit 10 minuten tijdens het eerste onderzoeksmoment en uit 20 minuten tijdens het tweede onderzoeksmoment. De gegevens werden verwerkt via SPSS en de Wilcoxontoets werd uitgevoerd. 

Resultaten

Na de opwarming van 10 minuten werden de meeste significante verschillen gevonden ten opzichte van voor de opwarming. Bijna alle participanten (87,5%) vonden dat hun stem ook anders klonk hierna. Na de opwarming van 20 minuten vond 75% dat hun stem anders klonk dan voor de opwarming. Hoewel er geen significante verschillen waarneembaar waren tussen de conditie van de stem na 10 minuten opwarmen en na 20 minuten opwarmen, verkozen zeven participanten de opwarming van 20 minuten. Bij vier participanten gaf de opwarming van 20 minuten eerste tekenen van stemvermoeidheid. Zij verkozen de opwarming van 10 minuten. Bovendien werd er geen direct verband gevonden tussen de stemopwarming en het toonhoogtebereik van de participanten.

Conclusie

Hoewel de meerderheid van de participanten de opwarmingsduur van 20 minuten verkoos, zorgt de opwarming van 10 minuten voor een verbetering op meerdere parameters van de stem. Deze voorkeur blijkt dus heel individueel afhankelijk te zijn. Dit moet meegenomen worden in de keuze van dirigenten naar opwarmingsduur.

2019-2020

promotoren: Marjolein Van Dessel, Eline Van Kerckhove, Livia Cuypers

 

Rationale

In dit onderzoek werd nagegaan of Vlaamse stemtherapeuten kennis hebben van psychoeducatie. Verder werd onderzocht of stemtherapeuten belang hechten aan psychoeducatie alsook of en hoe ze psycho-educatie implementeren in hun behandeling. Er is weinig concreet materiaal voorhanden rond psycho-educatie bij volwassenen met stemstoornissen, hoewel psycho-educatie bewezen effectief is. Deze bachelorproef stelt richtlijnen op voor de ontwikkeling van een nieuw medium voor psycho-educatie bij volwassenen met stemstoornissen, afgestemd op de doelgroep en rekening houdend met stemtherapeutische noden.

Methodiek

Een combinatie van een kwantitatief, observationeel, cross-sectioneel onderzoek en een kwalitatief onderzoek werd opgezet. Aan een online enquête, met een gemengd onderzoeksdesign, namen 78 Vlaamse stemtherapeuten deel. Via SPSS 25 (IBM, USA) werden de resultaten geanalyseerd. Staafdiagrammen en tabellen rapporteerden het kwantitatieve deel; thematische groeperingen het kwalitatieve deel.

Resultaten

Het ideale medium blijkt een website met tekst, videofragmenten, afbeeldingen en oefeningen. Idealiter bestaat de website uit korte activiteiten met een tijdsduur van 0-10 minuten, die elke sessie bruikbaar zijn. Transfer (66,23%), aanleren van copingvaardigheden (61,04%) en acceptatie (58,44%) staan centraal. Psycho-educatie wordt vooral in de interventie- en adviesfase aangewend.

Conclusie

De analyses bieden een meerwaarde en een aanwijzing om een gebruiksvriendelijk medium te ontwikkelen, aansluitend op de stemtherapeutische noden, waarmee stemtherapeuten psycho-educatie aan volwassenen kunnen aanbieden. Een belangrijke vereiste is de individuele aanpak. De effectieve werkwijze of aanbiedingsmethode dient ten alle tijden aangepast te worden aan de eigenheid van de patiënt. Nader onderzoek blijft noodzakelijk om psycho-educatie via het medium aan te brengen.

promotoren: Ineke Wilssens, Sabine Van Eerdenbrugh

 

Rationale

Het SpraakKlankOnderzoek is een diagnostisch instrument dat de fonetische en fonologische vaardigheden van kinderen meet en de resultaten automatisch analyseert. In deze bachelorproef onderzoeken we de concurrente validiteit van de fonetische analyse van de module basisonderzoek.

Methodiek

Dit is een kwantitatief, observationeel en cross-sectioneel onderzoek. De proefgroep bestond uit 80 normaal ontwikkelende kinderen tussen 4;00 en 7;11 jaar. Het Antwerps Fonologisch Processen Onderzoek en de subtest ‘klankarticulatie’ van de Taaltest voor Alle Kinderen werden gebruikt als valide referentietesten. Via de Pearson correlatie werd het verband tussen de scores op beide testen nagegaan. De T-toets voor onafhankelijke steekproeven werd gebruikt om na te gaan of er een significant verschil is in het voorkomen van omissies en substituties bij een jongere en een oudere leeftijdsgroep. De analyses verliepen met behulp van het statistische programma SPSS 25.

Resultaten

De concurrente validiteit van de fonetische analyse van consonanten was zwak (r < .50) alsook de analyse van omissies (r < .50). Bij de analyse van substituties vonden we een hoge validiteit (r >.70). Tot slot vonden we een significant verschil tussen het aantal omissies en substituties bij kinderen tussen 4;00-5;05 jaar en 5;05-7;11 jaar.

Conclusie

Omwille van de wisselende psychometrische resultaten zou dit onderzoek idealiter herhaald moeten worden. De geautomatiseerde analyse van het SpraakKlankOnderzoek zou in de toekomst een grote meerwaarde kunnen vormen binnen de logopedische praktijk.

promotoren: Ineke Wilssens, Sabine Van Eerdenbrugh

 

Rationale

Dit onderzoek kadert binnen de ontwikkeling van het SpraakKlankOnderzoek (SKO), een diagnostisch instrument dat de fonetische en fonologische vaardigheden van kinderen tussen 2;06 en 7;11 jaar onderzoekt via het digitaal platform ASISTO. Om na te gaan of het SKO de substitutieprocessen valide onderzoekt bij kinderen van 4;0 tot 7;11 jaar, werd de concurrente validiteit bepaald.

Methodiek

Het Antwerps Fonologische Processen Onderzoek (AFPO) en de module basisonderzoek uit het SKO werden afgenomen bij 80 kinderen uit drie leeftijdscategorieën (4;0-4;05, 4;06-5;05 en 5;06-7;11 jaar). Vervolgens werden via SPSS 25 de Pearson en Spearman correlaties berekend tussen de scores uit het APFO en het SKO voor het voorkomen van backing, fronting, stopping, gliding, denasalisatie en de totaliteit aan substitutieprocessen, zowel binnen de volledige proefgroep als per leeftijdscategorie. Het onderzoek was kwantitatief, observationeel, prospectief en cross-sectioneel.

Resultaten

De concurrente validiteit bleek in de volledige proefgroep zeer hoog voor fronting (r = .936) en hoog voor gliding (r = .737) en de totaliteit aan substitutieprocessen (r = .821). Voor backing was de concurrente validiteit middelmatig (r = .565) en voor stopping zwak (r = .408). Voor gliding was deze middelmatig (rs = .589) in de tweede leeftijdscategorie en hoog voor fronting (rs = .721) in de derde leeftijdscategorie. De overige correlaties waren niet significant of konden niet berekend worden.

Conclusie

Het SKO onderzoekt de totaliteit aan substitutieprocessen, fronting en gliding voldoende valide bij kinderen tussen 4;0 en 7;11 jaar. Vervolgonderzoek is aangewezen om de concurrente validiteit per leeftijdscategorie verder te bepalen.

promotor: Eline Vankerckhove

 

Rationale In dit onderzoek werden oefenmaterialen voor de behandeling van spraak en stem geïnventariseerd en vergeleken met evidentie uit de literatuur. Het doel van deze literatuurstudie is een aanzet geven tot het ontwikkelen van oefenmateriaal dat inzetbaar is voor optimalisatie of therapie van spraak en stem voor volwassenen.

Methodiek

Binnen deze kritische literatuurstudie werden 17 oefenmaterialen voor de behandeling van spraak en/of stem bestudeerd. De materialen werden geïnventariseerd volgens de oefenprincipes en -opbouw waarop ze werden uitgewerkt. Deze oefenprincipes en - opbouw werden vervolgens aan de evidentie uit de literatuur onderworpen.

Resultaten

De resultaten geven een overzicht weer van de oefenprincipes waarop de oefenmaterialen zijn uitgewerkt en welke opbouw die volgen. Dit overzicht geeft aan dat oefenmaterialen in grote lijnen hetzelfde stramien volgen. De literatuur bevestigt de effectiviteit van de meeste oefenprincipes en -opbouw. Toch blijkt er ruimte voor aanpassing en optimalisatie van het oefenmateriaal om aan de evidentie vanuit de literatuur te voldoen, wat zal leiden tot snellere oefenresultaten en tot generalisatie.

Conclusie

Dit onderzoek biedt een mogelijk raamwerk om oefenmateriaal voor therapie en optimalisatie van spraak en stem voor volwassenen aan op te stellen.