Gratis downloads

“Sharing will enrich everyone with more knowledge.” 
- Ana Monnar

Brein en Communicatie

Tools & informatie


Scoring CAT-NL
Thomas More werkt diagnostische instrumenten uit zoals de Comprehensive Aphasia Test – Nederlandstalige bewerking (CAT-NL; Visch-Brink et al., 2014). Eerder verscheen al een whitepaper voor het scoren van subtest 17, benoemen van voorwerpen (zie hier). Nu is er ook een whitepaper beschikbaar voor het scoren van subtesten 19 en 27, mondeling en schriftelijk beschrijven van een situatieplaat via deze link.

 

Publicaties

Hier vind je de meest recente publicatielijst van de expertisecel Brein en Communicatie.

Coemans, S., Struys, E., Vandenborre, D., Wilssens, I., Engelborghs, S., Pacquier, P., Tsapkini, K., & Keulen, S. (2021). A systematic review of transcranial direct current stimulation in primary progressive aphasia: Methodological considerations. Frontiers in Aging Neurosciencedoi.org/10.3389/fnagi.2021.710818 

van Rijssen, M., Isaksen, Y., Vandenborre, D., Veldkamp, M., Bryon, E., Remijn, L., Visser-Meily, J., Gerrits, E., & van Ewijk, L. (2021). Ways to improve communication and support in healthcare centres according to people with aphasia and their relatives: A Dutch perspective. Aphasiology. doi.org/10.1080/02687038.2021.1988505

van Rijsen, M., Vandenborre, D., Veldkamp, M., Oostveen, J., Visser-Meilij A., Ketelaar, M., Gerrits, E., van Ewijk, L. (2021). Evaluating Communication Partner Training (CPT) in healthcare centers: Understanding the mechanisms of behaviour change. International Journal of Language & Communication Disorders. doi.org/10.1111/1460-6984.12659

Vandenborre, D., Bryon, E., van Rijssen, M., & van Ewijk, L. (2021). CommuniCare: Trainingspakketten om de communicatie tussen zorgprofessionals, naasten en personen met afasie te optimaliseren. Wat Zeg Je, 41(1).

Vandenborre, D., Wilssens, I., van Dun, K., Manto, M. (2020). Transcranial Direct Current Stimulation (tDCS) and language/speech: Can patients benefit from a combined therapeutic approach. In: Argypoulos, G.P.D. (Editor). Translational Neuroscience of Speech and Language Disorders (p. 81-121). Switzerland: Springer.

Peeters J., Cornette C., & Vandenborre D. (2018). Effectiviteit van tDCS in combinatie met CIAT bij een persoon met vloeiende afasie. Logopedie, 2, 31-38.

De Witte E., Wilssens I., De Surgeloose D., Dua G., Moens M., Verhoeven J., Manto M., Mariën P. (2017). Apraxia of speech and cerebellar mutism syndrome: A case report. Cerebellum Ataxias, 6(4). doi.org/10.1186/s406703-016-0059-x

Mariën P., van Dun K., Van Dormael J., Vandenborre D., Keulen S., Manto M., Verhoeven J., & Abutalebi J. (2017). Cerebellar induced differential polyglot aphasia: a neurolinguistic and fMRI study. Brain and Language, 175, 18-28. doi.org/10.1016/j.bandl.2017.09.001

Simpelaere I.S., Vanderwegen J., Wouters K., De Bodt M., & Van Nuffelen G. (2017). Feasibility and psychometric properties of the adjusted DSWAL-QoL Questionnaire for dysphagic patients with additional language and/or cognitive impairment: Part I. Dysphagia, 32(3), 401-419. doi.org/10.1007/s00455-016-9770-2

Vandenborre D., Visch-Brink E.G., van Dun K., Verhoeven J., & Mariën P. (2017). Oral and written picture description in individuals with aphasia. International Journal of Language and Communication Disorders, 53(2), 294-307. doi.org/10.1111/1460-6984.12348

Simpelaere I.S., Van Nuffelen G., Vanderwegen J., Wouters K., & De Bodt M (2016). Oral health screening: feasibility and reliability of the oral health assessment tool as used by speech pathologists. International Dental Journal, 66(3), 178-189. doi.org/10.1111/idj.12220

Vande Merlen M., Guns C,. & Vanderwegen J. (2016). Onderzoek naar de evolutie van de spraak bij personen met Amyotrofe Lateraal Sclerose. Logopedie, 29(2), 25-36.

Vandenborre D., Kerkmeer, M., Visch-Brink, E. G., & Mariën P. (2016). Betrouwbaarheid en validiteit van de CAT-NL. Logopedie, 1, 19-35.

De Bodt M., Guns C., Van Nuffelen G., & Vanderwegen, J. (2015). Slikstoornissen. Garant. ISBN 978-90-441-3101-7

Van Nuffelen G., Van den Steen L., Vanderveken O., Specenier P., Van Laer C., Van Rompaey D., … De Bodt M. (2015). Study protocol for a randomized controlled trial: tongue strengthening exercises in head and neck cancer patients, does exercise load matter? Trials, 4(16), 395. doi.org/10.1186/s13063-015-0889-5

Vande Merlen M., Guns C., Vanderwegen J. (2015). Onderzoek naar de evolutie van het slikken bij personen met amyotrofe lateraal sclerose. Logopedie 28(6), 17-22.

Vandenborre D., van Dun K., & Mariën P. (2015). Apraxic agraphia following bithalamic damage. Brain and Cognition, 95, 35-43. doi.org/10.1016/j.bandc.2015.01.012

Vandenborre D., van Dun K., Engelborghs S., & Mariën P. (2015). Apraxic agraphia after thalamic lesion: three new cases. Brain and Language, 95, 35-43. doi.org/10.1016/j.bandl.2015.05.011

Vandenborre D., Visch-Brink E. G., & Mariën P. (2015). The development of modern approaches to aphasia: a concise overview. International Journal of Rehabilitation Research, 38(3), 189-194. doi.org/10.1097/mrr.0000000000000116

Vandenborre D., Wilssens I., van Dun K., Verhoeven J., Mariën P., & Visch-Brink E. G. (2015). Constraint-Induced Afasietherapie versus Intensieve, Semantische therapie bij vloeiende afasie. Nederlands Tijdschrift voor Logopedie, 6, 34-43.

Wilssens I., Vandenborre D., van Dun K., Verhoeven J., Visch-Brink E. G., & Mariën P. (2015). Constraint-Induced Aphasia Therapy versus Intensive Semantic Treatment in fluent aphasia. American Journal of Speech-Language Pathology, 24(2), 281-294. doi.org/10.1044/2015_ajslp-14-0018

Vandenborre D., & Mariën P. (2014). Broca meets Wernicke in a single case. Journal of Neurolinguistics, 29, 17-30. doi.org/10.1016/j.jneuroling.2014.01.002

Vandenborre D., Visch-Brink E. G., & Mariën P. (2014). Afasie-onderzoek van vroeger tot nu. Logopedie, 3, 17-26.

Visch-Brink E. G., Vandenborre D., De Smet H. Y., & Mariën P. (2014). Comprehensive Aphasia Test – Nederlandstalige bewerking. Pearson.

De Ryck A., Brouns R., Fransen E., Geurden M., Van Gestel G., Wilssens I., De Ceulaer L., Mariën P., De Deyn P.P., & Engelborghs S. (2013). A prospective study on the prevalence and risk factors of poststroke depression. Cerebrovascular Diseases Extra, 26,3(1), 1-13.

Aerts A., Vinck L., Wilssens I., Wackenier P., & Mariën P. (2012). Therapie-effect van Constraint-induced aphasia therapy bij kinderen met SLI. Logopedie, 25(5), 29-38.

Beeckman A.S., Willemarck N., & Wilssens I. (2011). Vlaamse prosopanomietest (VPT) bij beginnende Alzheimerpatiënten. Logopedie: Neurologische taal- en spraakstoornissen, bijlage 24 mei-juni, 27-40.

Mariën P., Bailleux H., De Smet H.J., Engelborghs S., Wilssens I., Paquier P., & De Deyn P.P. (2009). Cognitive, linguistic and affective disturbances following a right superior cerebellar artery infarction: A case study. Cortex. 45(4), 527-36. doi.org/10.1016/j.cortex.2007.12.010

De Witte L., Wilssens I., Engelborghs S., De Deyn P.P., & Mariën P. (2006). Impairment of syntax and lexical semantics in a patient with bilateral paramedian thalamic infarction. Brain and Language. 96(1), 69-77. doi.org/10.1016/j.bandl.2005.08.011

 

Bachelorproeven

Hier vind je de bachelorproeven met een score van 16 of meer van de expertisecel Brein en Communicatie.

2020-2021

promotoren: I. Wilssens, D. Vandenborre 

 

Rationale

Onderzoek naar de effecten van tDCS in de populatie gezonde 50-75-jarigen is zeer beperkt. In dit onderzoek werd nagegaan of atDCS een effect heeft op de spreek- en articulatiesnelheid tijdens de productie van tongtwisters zowel tijdens als net na de stimulatie.

Methodiek

27 gezonde participanten tussen de 50 en 75 jaar oud (Gemiddelde leeftijd = 63j) namen 3 weken lang deel aan articulatorische trainingssessie. Tijdens deze trainingssessies werden de spreek- en articulatiesnelheid bepaald tijdens 1) de productie van tongtwisters in een online t-DCS sessie en 2) diadochokinesetaken in een pre- en postmeting. De 88 tongtwisters werden in vier oefenblokken van 22 tongtwisters aangeboden (B1, B2, B3 en B4). De online stimulatie bestond uit 20 minuten anodale, kathodale of sham tDCS van 2 mA met de stimulatie-elektrode op de regio van Broca (F5-regio) en de referentie-elektrode op de orbitofrontale middenlijn (FpZ).

Resultaten

Er kon geen significant effect waargenomen worden van anodale stimulatie op de spreek-en articulatiesnelheid tijdens de productie van tongtwisters. Verder had anodale stimulatie ook geen effect op de spreek- en articulatiesnelheid bij de uitvoering van diadochokinestaken net na de stimulatie.

Conclusie

Er werd geen significant effect van atDCS op de productie van tongtwisters of diadochokinestaken gevonden. Mogelijke verklaring hiervoor zijn (1) de aangeboden taak, (2) de wijze van stimulusaanbieding (3) de gehanteerde uitkomstmaat en (4) de leeftijd van de participanten.

promotoren: C. Cornette, M. Konings, G. Van Nuffelen, L. Van den Steen

 

Rationale

Als gevolg van de toenemende vergrijzing is er nood aan duidelijke inzichten over de revalidatie bij dysfagie. Dit onderzoek is de laatste stap in het ontwikkelen van een protocol voor tongkrachttraining en gaat het effect na van het aantal repetities per sessie op de maximale tongkracht.

Methodiek

De proefpersonen waren zes gezonde volwassenen (twintigers en vijftigers), willekeurig verdeeld in twee gelijke trainingsgroepen. Beide groepen trainden vier weken, met een frequentie van drie dagen per week en met een weerstand van 80% van de maximale tongkracht. De eerste groep volgde het oefenschema met 120 repetities per sessie en de tweede groep het schema met 90 repetities per sessie. Voor en na de training vond een meting plaats van de maximale anterieure en posterieure tongkracht. Na twee weken training gebeurde een tussentijdse evaluatie van de tongkracht, met de bedoeling de oefenweerstand te optimaliseren. Bij het onderzoek werd het Iowa Oral Performance Instrument gebruikt. Als gevolg van de te kleine proefgroep was het niet mogelijk om statistische toetsen uit te voeren en waren dus enkel descriptieve data ter beschikking.

Resultaten

Na training was er een toename van de anterieure en posterieure tongkracht bij beide groepen. De eerste groep maakte gemiddeld meer vooruitgang dan de tweede groep. De significantie van de onderzoeksresultaten is niet te bepalen, als het gevolg van het niet uitvoeren van de statistische toetsen.

Conclusie

Uit het onderzoek blijkt dat het oefenschema met 120 repetities het meeste effect heeft, maar verder onderzoek is noodzakelijk.

promotoren: I. Wilssens, D. Vandenborre

 

Rationale

Onderzoek naar de impact van transcraniële gelijkstroomstimulatie (tDCS) op spraak is schaars. Deze studie onderzocht de impact van tDCS op de spraakaccuratesse bij gezonde volwassenen.

Methodiek

Twintig proefpersonen (tussen 50 en 75 jaar) werden in een periode van drie weken wekelijks onderworpen aan één van drie stimulatiecondities: atDCS (2mA, 20 min.), ctDCS (2mA, 20 min.) of sham. Elke stimulatieconditie kwam bij elke proefpersoon één keer aan bod. De actieve elektrode werd over het gebied van Broca (F5) geplaatst, de referentie-elektrode op de orbitale middenlijn (FpZ). Tijdens de stimulatie spraken de proefpersonen 88 tongtwisters na (11 seconden per tongtwister). De tongtwisters werden getraind in vier oefenblokken van 22 items (B1, B2, B3 en B4). Voor en na de stimulatie voerden de proefpersonen diadochokinesetaken uit. In dit onderzoek werd het aantal spreekfouten van B1 en B4 per proefpersoon en per tongtwister gemeten. De spraakproductie werd opgenomen en geknipt met Praat. De gegevens werden verwerkt met het programma SPSS en Excel.

Resultaten

Dit onderzoek toont een effect van online atDCS op het gemiddeld aantal spreekfouten tijdens B1 en B4 (p = .05). De sterkste daling van het totaal aantal spreekfouten per item wordt gevonden in de atDCS (E = 0.96). Tijdens ctDCS en sham wordt een geringe daling in het aantal spreekfouten vastgesteld (ctDCS E = 0.11; sham E = 0.29). Er is echter geen significant verschil vast te stellen op het einde van de verwerving (B4) tussen atDCS en sham (p = .94).

Conclusie

Uit dit onderzoekt blijkt dat spraaktraining met tongtwisters in de anodale stimulatieconditie het grootste effect heeft op het reduceren van het aantal spreekfouten tijdens het oefenen van tongtwisters. Het gevonden effect zit op de grens van de significantie. Onderzoek in een grotere populatie is aangewezen.

promotoren: I. Wilssens, D. Vandenborre 

 

Rationale

Bij de behandeling van motorische spraakstoornissen is er de laatste jaren een opkomende interesse voor het gebruik van transcraniële directe gelijkstroomstimulatie (tDCS). In deze studie werd onderzoek verricht naar het effect van online kathodale tDCS (c-tDCS ) op de spraakaccuratesse van tongtwistertaken bij gezonde proefpersonen tussen 50 en 75 jaar.

Methodiek

20 gezonde proefpersonen met een gemiddelde leeftijd van 62;09 jaar (SD = 7,51) werden één keer per week gedurende drie weken afwisselend (random) gestimuleerd ter hoogte van het gebied van Broca (F5) met 1) anodale tDCS (a-tDCS) 2) c-tDCS en 3) sham stimulatie. Tijdens de stimulatie herhaalden de proefpersonen telkens 22 tongtwisters in vier oefenblokken (n totaal = 88). Elke tongtwister werd gedurende 11 seconden zo snel en accuraat mogelijk herhaald. 1) Het gemiddeld aantal fouten per proefpersoon en 2) het relatief aantal fouten per item werd tijdens c-tDCS in het eerste en laatste oefenblok geturfd en vergeleken. Er werd gestimuleerd met een stroomsterkte van 2 mA gedurende 20 minuten. 

Resultaten

Er werd geen significante verbetering gevonden in het gemiddeld aantal fouten tussen het eerste en laatste oefenblok tijdens c-tDCS (Asympt.> 0.05). In het laatste oefenblok stellen we een licht stijgende tendens vast in het aantal spreekfouten.

Conclusie

Online c-tDCS resulteert in een discrete afname van het gemiddeld aantal spreekfouten per proefpersoon tijdens het naspreken en luidop lezen van tongtwisters. Tijdens online c-tDCS treedt op het einde van de oefenfase een vermoeidheidseffect op. Onderzoek in een grotere populatie en in verschillende leeftijdsklassen is geïndiceerd. 

2019-2020

promotoren: Jan Vanderwegen, Dorien Vandenborre

 

Rationale

Deze studie had als doel inzicht te verwerven in de mate van snellere en/of betere resultaten qua tongkrachtwinst door het toepassen van anodale Transcranial Direct Current Stimulation (tDCS) tijdens een gestandaardiseerd en geoptimaliseerd tongkrachttrainingsschema.

Methodiek

Acht gezonde proefpersonen ouder dan 70 jaar namen deel aan een tongkrachttraining van vier weken, waarbij drie keer per week getraind werd met behulp van het Iowa Oral Performance Instrument (IOPI-toestel). Ze werden nogmaals getest na een periode van vier weken zonder training om een detrainingseffect te onderzoeken. De proefpersonen werden willekeurig verdeeld over drie groepen: (1) tongkrachttraining + één keer per week tDCS, (2) tongkrachttraining + drie keer tDCS en (3) tongkrachttraining + shamtDCS. De bekomen resultaten werden statistisch geanalyseerd met behulp van SPSS v26. De evolutie van de maximale isometrische tongkracht (MIP) en de tongkracht bij het slikken werd nagegaan aan de hand van repeated measures ANOVA en Friedman’s ANOVA. Het effect van tDCS op de tongkrachtwinst werd onderzocht aan de hand van mixed model ANOVA binnen de huidige studie en in vergelijking met een historisch cohort. Dit cohort volgde een training van acht weken zonder tDCS.

Resultaten

De vergelijking met het historisch cohort toonde aan dat vier weken tongkrachttraining met tDCS equivalent is aan acht weken zonder tDCS.

Conclusie

Hieruit kan geconcludeerd worden dat tDCS vermoedelijk een effect heeft op de snelheid van tongkrachtwinst na tongkrachttraining. Een combinatie van de twee zou kunnen resulteren in een snellere toename van tongkracht bij dysfagiepatiënten. Deze studie is de aanzet tot toekomstig onderzoek.

promotoren: Ineke Wilssens, Dorien Vandenborre

 

Rationale

In deze studie werd bij gezonde proefpersonen tussen 65 en 75 jaar de invloed onderzocht van anodale transcraniële gelijkstroomstimulatie (a-tDCS) op de spraakaccuratesse tijdens een tongtwistertaak.

Methodiek

In dit eenzijdig blind experimenteel onderzoek werden acht gezonde proefpersonen tussen 65 en 75 jaar één keer per week, gedurende een periode van drie weken, onderworpen aan één van de drie tDCS-condities (a-tDCS, c-tDCS en sham) tijdens het uitspreken van tongtwisters. Deze tongtwistertaak bestond uit vier blokken van telkens 22 tongtwisters die zo snel en zo accuraat mogelijk herhaald moesten worden in een tijdsspanne van telkens 11 seconden. De stimulatie (2mA) werd gedurende 20 minuten unihemisferisch over het gebied van Broca (F5) aangeboden. Er werd steeds een premeting en een postmeting uitgevoerd via een diadochokinesetaak. In de vierde week werd een korte follow-upsessie georganiseerd waarin de diadochokinesetaak herhaald werd. In blokken 1 en 4 van de tongtwistertaak werden in elke conditie het aantal fouten per syllabe en de gemiddelde spreeksnelheid gescoord.

Resultaten

In de a-tDCS-conditie werd er geen significant verschil gevonden in het gemiddeld aantal spreekfouten tussen blok 1 en blok 4. Er was geen significant verschil in het gemiddeld aantal fouten tussen de a-tDCS- en de c-tDCS-conditie. Ten slotte werd er in de a-tDCSconditie geen significant verband gevonden tussen de gemiddelde spreeksnelheid en het gemiddeld aantal fouten.

Conclusie

Uit deze studie blijkt geen significante invloed van a-tDCS op spraakaccuratesse, noch een verband tussen spraakaccuratesse en spreeksnelheid. Onderzoek in een grotere populatie is wenselijk.

promotor: Mark Meersman

 

Rationale

We zochten naar een manier waarop, met behulp van de International Classification of Functioning, Disability and Health, de impact van een logopedische stoornis op de levenskwaliteit in kaart kan worden gebracht.

Methodiek

Dit kwalitatief onderzoek rekruteerde 10 proefpersonen die werden bevraagd over de impact van afasie op de levenskwaliteit. Slegers en Smeyers (2020) bekeken de impact van leerstoornissen en stotteren. Elke student volgde hetzelfde stappenplan: (1) een literatuurstudie naar factoren die de levenskwaliteit beïnvloeden, (2) een analyse van het ICF-model waaruit een topiclijst volgde met hierin onderwerpen die we bevragen tijdens de interviews, (3) afname van semigestructureerde interviews bij de proefpersonen via de topiclijst met als doel informatie verzamelen over de impact van afasie, (4) verwerking van de bevindingen via kwalitatieve onderzoeksprocedures tot het bekomen van een, op het ICF-model gebaseerde preliminaire en stoornisspecifieke vragenlijst, die peilt naar de levenskwaliteit.

Resultaten

De literatuur stipt topics aan die ook de bevraagde proefpersonen aangaven. De personen met afasie gaven geen eenduidig beeld over de topics die de levenskwaliteit beïnvloeden, de afasie-experten wel. De omgeving gaf herhaaldelijk aan geen weet te hebben van de impact van een bepaald topic. We ontwikkelden een preliminaire vragenlijst met vragen die naar de impact van elke logopedische stoornis peilen. Daarnaast voegden we stoornisspecifieke vragen toe, om tegemoet te komen aan de uniekheid van elke stoornis.

Conclusie

Het ICF-model blijkt een hulpmiddel waarmee een kwalitatieve vragenlijst, die peilt naar de levenskwaliteit, kan worden opgesteld. De logopediste kan zo rekening houden met de behoeften van elke cliënt.