Dienstverlening

“Knowledge is of no value, unless you put it into practice”
- Anton Chekhov

Vloeiendheid

Vraag & antwoord

Heb jij een vraag voor de expertisecel Vloeiendheid? Mail naar kurt.eggers@thomasmore.be. Hij geeft je vraag door aan de juiste expert.

Het antwoord is heel eenvoudig: we weten niet welke behandeling het meest effectief is. Er is op dit moment onvoldoende wetenschappelijk onderbouwde informatie.

 

Wetenschappelijke aanpak

Om zeker te weten welke stotterbehandeling voor kleuters het meest effectief is, moeten we alle bestaande behandelingen testen bij een groep kleuters zonder dat de stottertherapeut of de ouders van het kind de behandeling kunnen kiezen. Ondertussen hebben we een controlegroep van kleuters die stotteren nodig, die op dat moment geen behandeling krijgt. Daarna moeten we het effect van die behandelingen met elkaar vergelijken. Dit soort onderzoek is in België nog niet eerder uitgevoerd.

Omdat er heel wat behandelingen voor kleuters die stotteren bestaan, is dit eigenlijk onbegonnen werk. Bovendien is het ethisch niet verantwoord om een groep kleuters die stotteren niet te behandelen. Temeer omdat we nu weten dat te lang wachten om behandeling te krijgen, vaak meer kwaad dan goed doet.

 

Lidcombe Programma

Wat wel haalbaar is, is een beperkt aantal behandelingen vergelijken met elkaar. Uit onderzoek van twee decennia geleden (Jones et al., 2005), weten we dat het Lidcombe Programma, een behandeling voor kleuters die stotteren, werkt. De spraak van de kleuters die het programma volgden was significant beter dan die van kleuters die geen behandeling kregen. Toen was het nog courant om langere tijd af te wachten vooraleer een kleuter die stottert te behandelen. Het Lidcombe Programma is dus effectief en kan als het ware als «normbehandeling» worden gezien.

 

Onderzoek naar drie stotterbehandelingen

In een lopend onderzoeksproject (TreatPaCS) vergelijken we het Lidcombe Programma met twee gangbare behandelingen in de praktijk: Mini-KIDS en de sociaal-cognitieve gedragstherapie. Dit project is mogelijk door de steun van het KCE Trials Programma van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE). Het is een samenwerking tussen Thomas More, UZA, Liège Université en Artevelde Hogeschool.

Ken je een kleuter tussen 2 en 6,5 die stottert ? Twijfel dan niet om deze kleuter door te sturen naar een stottertherapeut die deelneemt aan dit project.

Hou zeker de projectwebsite in de gaten. In 2025, als de studie is afgerond, weten we welke van de drie behandelingen het meest effectief is in de Belgische praktijk. Nog even geduld!

 

Wil je meer info over stotteren bij kleuters, het Lidcombe Programma of het TreatPaCS-project? Neem dan contact op met sabine.vaneerdenbrugh@thomasmore.be.

Meertaligheid en stotteren

Onderzoek van de laatste tien jaar, waaronder eigen onderzoek (o.a. het project Stotteren In Meertalige COntext, kortweg STIMCO) toont aan dat niet-stotterende, meertalige kinderen meer normale onvloeiendheden maken dan eentalige kinderen, omdat ze tussen twee talen moeten navigeren. Deze bevinding geldt voor verschillende talen (bv. Frans-Nederlands, Frans-Arabisch, Italiaans-Nederlands, Spaans-Engels). Dit zorgt vaak voor een onterechte overdiagnose van stotteren bij meertalige kinderen.

  

Wat wel en niet doen?

Net zoals bij eentalige kinderen komt stotteren ook voor bij kinderen die meertalig worden opgevoed. Er is op dit moment geen reden om aan te nemen dat een meertalige opvoeding het stotteren uitlokt. We raden dus niet aan om naar een eentalige opvoeding over te schakelen. Zeker omdat de thuistaal je kind een veilige context biedt, een deel is van je kind en van jouw identiteit.

Maakt jouw kind veel onvloeiendheden? Er is geen reden voor bezorgdheid zolang de onvloeiendheden normaal zijn en zonder spanning gemaakt worden. Belangrijker zijn de wijze waarop het kind hierop reageert, de eventuele bijkomende gedragingen die je kind stelt, familiale factoren en reacties van de omgeving. Als je twijfelt over het stotteren van je kind neem je best contact op met een gespecialiseerd logopedist, die vind je op www.ecsf.eu.

 

Tips om te spreken met een kind dat stottert:
  • Zeg je kind niet trager te spreken of om het rustig aan te doen. Deze goedbedoelde adviezen hebben geen positief effect op lange termijn, integendeel.
  • Spreek met je kind op een rustige manier, leg veel pauzes. Wacht één à twee seconden wanneer je kind stopt met praten vooraleer jij begint te praten. Dit vertraagt de algemene spreeksnelheid en voor sommige kinderen kan dat helpen.
  • Leer beurtneming in gesprekjes aan. Alle kinderen – en zeker de kinderen die stotteren – vinden het veel makkelijker om te spreken wanneer er weinig onderbrekingen zijn en wanneer ze de aandacht van de luisteraar hebben.
  • Gebruik gelaatsuitdrukking, oogcontact en andere lichaamstaal om een kind dat stottert te verzekeren dat je luistert naar de inhoud van de boodschap en niet naar de manier van spreken.
  • Maak geen woorden of zinnen af voor een kind dat stottert. Spreek ook niet in zijn of haar plaats. Probeer niet te onderbreken of snel te spreken.
  • Maak stotteren niet tot iets om beschaamd over te zijn. Praat over stotteren zoals je over een ander onderwerp zou praten. Wanneer een kind over stotteren wil spreken, maak het dan bespreekbaar.

  

Wil je meer info over meertaligheid en stotteren of het STIMCO project? Neem dan contact op met kurt.eggers@thomasmore.be.

 

Postgraduaten, symposia, cursussen en studiedagen

Wij bieden een open aanbod van vormingen.

Vormingen in de kijker:

 

Vormingen op maat

Medewerkers van de expertisecel Vloeiendheid bieden ook vormingen op maat van jouw organisatie aan. 

Op basis van welke criteria kan je stotteren diagnosticeren bij meertalige kinderen? Welke invloed hebben temperament en executieve functies op stotteren? Hoe kan je vroeginterventie volgens het Lidcombe Programma vormgeven? De experten van Vloeiendheid bekijken graag hoe ze jou hierover kunnen informeren.

Heb je interesse in een vorming op maat of wil je meer weten over ons aanbod?
Neem contact op met dorien.vandenborre@thomasmore.be, coördinator Onderzoek en Dienstverlening.